Overslaan en naar de inhoud gaan

In gesprek met Zoë Papaikonomou, auteur van De inclusiemarathon

Wat was voor jullie de aanleiding om dit boek te schrijven?

‘Als je zelf degene bent waarover gepraat wordt als het gaat over “diversiteit” en zo tot de Ander wordt gemaakt dan waardeer je het des te meer als er professionals zijn die begrijpen hoe ingewikkeld en problematisch dat is en daar actief verandering in proberen te brengen, onder meer door organisaties een spiegel voor te houden. We waren nieuwsgierig naar deze mensen, die wij diversiteitprofessionals zijn gaan noemen: wie zijn zij? Wat komen ze tegen in hun dagelijkse werk binnen bedrijven? En hoe pakken zijn diversiteitsvraagstukken aan?

Daarnaast geloven Kauthar en ik beiden in het delen en verzamelen van kennis en ook op die manier in het verbinden en versterken van dit werkveld. Zeker in dit vakgebied zijn professionals vaak nog eenzaam, zij zoeken zelf wel verbanden en communities op, maar er zijn nog nauwelijks netwerken. Tot slot merkten we dat er gelukkig steeds meer organisaties zijn die aangeven meer divers en inclusief te willen worden maar niet weten hoe. Nu is dat ook een beetje een zwaktebod, want als je dat oprecht wilt, dan is er al deciannialang genoeg info te vinden en kennis in huis te halen. Maar met dit boek, hands on, ook vanuit het perspectief van de werkgever en manager hoopten we het ‘we willen wel maar weten niet hoe’-argument nog wat beter te ondervangen.’

Studio Rui Jun

Wat betekenen diversiteit & inclusie voor jou?

‘Dat is een mooie vraag, want wat we tijdens het interviewen ook weer merkten is dat diversiteit en inclusie verschillend worden gedefinieerd. Niet alleen door onze geïnterviewden, maar zeker ook door de organisaties waar ze werken. Het is belangrijk als organisatie, afdeling en team samen te bespreken en betekenis te geven aan deze begrippen.

Diversiteit betekent letterlijk verscheidenheid. Bij mij resoneerde de volgende uitspraak van socioloog en hogeschooldocent Lucho Rubio Repáraz vooral: ‘De associatie die veel mensen maken met diversiteit is in Nederland “wat niet hoort bij de norm”’. Zo leerde ik het begrip ook ooit kennen toen ik in de media ging werken. De verhalen die ik aandroeg werden ‘diverse’ verhalen genoemd. Dat vond ik bevreemdend, want voor mij waren het verhalen. Punt.

Inclusie gaat voor mij over hoe je diversiteit vormgeeft en tot haar recht laat komen. Daarbij hoort ook de term ‘gelijkwaardigheid’. Diversiteit en inclusie kunnen een organisatie veel opleveren, maar het gaat ook over dat mensen om ongegronde redenen anders worden behandeld, en welke rol machtsverhoudingen daarbij spelen. Het is daarom belangrijk om continu oog te hebben voor de verschillende manieren waarop uitsluiting plaatsvindt, zowel in de samenleving als op de werkvloer. Wij stellen daarom voor om naast diversiteit en inclusie ook te spreken over gelijkwaardigheid. Zodat we dit niet uit het oog verliezen.’,

Jullie hebben 41 deskundigen geïnterviewd voor jullie boek. Welke overeenkomsten zien jullie?

‘We zien natuurlijk meerdere opvallende rode draden. Een belangrijke: inclusie is niet te standaardiseren. Elke organisatie is anders en heeft haar eigen context en uitdagingen. Er is dus geen toverformule die je op elk bedrijf kan toepassen om te zorgen voor een meer diverse en inclusieve werkomgeving. In De Inclusiemarathon hebben we daarom vooral geprobeerd allerlei verschillende aanpakken te verzamelen. De lezer kan zo zelf kijken wat het beste zou kunnen passen bij diens organisatie.’

Is er één interview wat er voor jou uitsprong?

‘Lastige vraag. Want alle interviews en juist het verbinden ervan maken dit boek bijzonder. Eén uitspraak die er voor mij uitsprong is van Astrid Elburg, specialist op het gebied van strategisch en persoonlijk leiderschap: “Dezelfde kennis is in een ander lichaam minder waard.” Dat is helaas nog vaak de bikkelharde realiteit. Deze zin maakt kernachtig duidelijk waarom werken aan diversiteit, inclusie én gelijkwaardigheid zo belangrijk is.’

Wat hoop je met dit boek te bereiken?

‘Ik hoop dat ons boek bijdraagt aan een steviger netwerk binnen het werkveld van diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Er zijn inmiddels veel diversiteitsprofessionals aan de slag op allerlei werkvloeren, maar er bestaan nog nauwelijks plekken of afspraken – denk aan vakbonden, codes of keurmerken – om samen te komen en ervaringen en kennis uit te wisselen. Daarbij hoop ik dat bestuurders en leidinggevenden die oprecht meer divers en inclusief willen worden via ons boek kennismaken met dit bijzondere werkveld en zich gesteund voelen door de vele concrete handvatten die erin staan.’

Wie moeten jullie boek lezen en waarom?

‘Dit boek kan voor velen interessant zijn, want iedereen heeft direct of indirect te maken met vraagstukken rondom diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Of dat nou in de samenleving is of op de werkvloer. In het laatste geval kan elke werkgever en -nemer bijdragen aan een inclusieve en gelijkwaardige werkvloer, om daarmee ook te zorgen voor een veiligere werkomgeving voor diens collega’s. Ons boek geeft inzicht waarom een inclusieve en gelijkwaardige werkvloer zo belangrijk is en biedt daar handvatten voor.

Ik hoop daarbij dat ons boek de lezer uitdaagt om gelijk aan de slag te gaan binnen diens kunnen en context. Dat kan met kleine acties, waarbij ik zou willen aanmoedigen om niet jezelf maar de ander eens als vertrekpunt te nemen. Met deze laatste woorden verwijs ik naar een artikel uit 2006 van VU-hoogleraar Diversiteit en Integratie, Halleh Ghorashi, waarin zij het volgende schrijft: "Vertrekken we uitsluitend vanuit onszelf door de ander onder te brengen in een categorie die we hebben gecreëerd? Of vertrekken we vanuit de ander door ruimte te laten voor hoe de ander zichzelf ziet en definieert en waarbij de mogelijkheid tot erkenning van de ander ontstaat."

Om eens zo’n kleine actie te noemen: neem eens deel aan een vergadering waarbij je je niet focust op zelf gehoord worden, maar kijk eens hoe je ruimte kan maken voor de inbreng van een ander.’

 

Deel dit artikel: